Maatje

Wie ben ik als niemand kijkt? En met wie ben ik als ik alleen ben? Met mezelf als maatje of met mezelf als uitdager? Is het soms goed genoeg, of veel vaker niet?

In november was ik nog eens op vrouwenweekend in Orval. Een weekend vol vervulling, vrouwenkracht en thuiskomen bij jezelf en bij mekaar. Er lagen inspiratiekaarten, ik trok de kaart “praten met jezelf”. Herkenbaar, want de kaart vertelde me dat ik in plaats van zo kritisch voor mezelf te zijn, beter bewust zou proberen om tegen mezelf te spreken als tegen een vriend(in). Dat was duidelijk. In het warme nest met de andere vrouwen leek het me al bij al niet zo’n moeilijke opdracht. Ik was wel een kampioen in meedogenloos zijn voor mezelf, maar ik zou dat varkentje wel wassen. Zo moeilijk kon het toch niet zijn….

Maar zo moeilijk blijkt het wel te zijn. Nu ik professioneel op eigen benen sta, en dus geen baas meer heb, blijk ik in de arena tegenover mezelf te staan. Na de eerste euforische wittebroodsweken als zelfstandige, waarin ik als door een verliefde bril rond me heen keek, bekroop me een benauwend gevoel. Ik bemerkte dat ik nog steeds in alerte staat van paraatheid stond, klaar om te vechten als het moest, maar dat de vijand die uit de coulissen kwam nu een bekend gezicht had: ik stond oog in oog met mezelf.

Geen baas meer betekent geen andere meer waarop je je frustratie kan projecteren en die je de schuld kan geven van het gevoel van stress waar je mee rondloopt. Nu ik baas-loos door het leven ga, besef ik dat de bron van frustratie en stress in mezelf ligt.

Zo lag ik onlangs in bed, wakker, opgedraaid door wriemelende vuisten in mijn binnenste. Een warm bad had niet mogen helpen. Ik was moe, maar bleef maar net onder de oppervlakte, er was geen spoor van wegzinken in een diepe rust. Enkel alertheid en een licht voltage in mijn systeem. Dat gaf me tijd om alles te overschouwen en me af te vragen wat stress eigenlijk is en waar het vandaan komt. Ik kwam op de volgende soorten:

Deadlinestress of afleverstress: je hebt iets beloofd tegen een bepaald moment, en dat moment komt gevaarlijk dichtbij, terwijl dat wat je beloofd had, nog niet in een afgewerkte vorm afgeleverd kan worden. Hier zijn gradaties van nog niets gedaan tot bijna af, maar je perfectionistische zelf kan het nog niet vrijgeven.

Competentiestress: je denkt iets niet te zullen kunnen, de taak of opdracht die je kreeg lijkt wel echt ingewikkeld. Wat als ik het niet kan?

Ontmaskerstress: onze goede vriend het “imposter syndroom”, gelinkt met het vorige punt. Er loopt met jou een ontmasker-maatje mee: je denkt bijna voortdurend, meestal onbewust, dat er een moment zal komen waarop je ontmaskerd zal worden als “fraudeur”. Eigenlijk ben of kan je helemaal niet wat je zegt te zijn of te kunnen. Het komt naar het schijnt vooral voor bij vrouwen, maar ik heb ook al mannelijke lotgenoten ontmoet.

Ontgoochelstress: een subtiele, maar misschien wel de meest destructieve vorm van stress. Je bent bang je klant, collega, baas, of wie dan ook, te ontgoochelen. “Is het dit maar, dat je hebt kunnen doen?” “Ik dacht dat je tot meer in staat was.” “Ik dacht dat je beter was.” Deze vorm komt vooral voor bij mensen die zich altijd hebben proberen aan te passen aan de verwachtingen van (belangrijke) anderen in hun leven. Iemand teleurstellen is uitermate beangstigend en je zal er alles aan doen om dat te vermijden. Je werkt je desnoods uit de naad, maar alles moet wijken om ontgoocheling te vermijden. Alles, dus ook je eigen behoeften.

Verantwoordelijkheidstress: vanaf het moment dat je een taak toebedeeld hebt gekregen of zelf aangenomen, staat er een meester-verantwoordelijke in je op. Alles, maar dan ook alles, van de taak ligt in jouw handen en is jouw verantwoordelijkheid. Een eigenschap die voordelen heeft, maar die toch vooral heel erg weegt. Zeker als je je ook verantwoordelijk voelt voor zaken die buiten je macht of controle liggen.

Ik kwam tot de conclusie dat mijn lijf die avond volledig ingenomen was door de drie laatste stresssoorten: ik voelde me verantwoordelijk voor zaken waar ik niets aan kon doen, ik was bang de klant ontgoocheld te hebben en die imposter, tja, die loopt al heel mijn leven mee.

De voedingsbodem onder al deze bronnen van stress is het gevoel niet goed genoeg te zijn. Wat als je het gevoel zou hebben dat het helemaal ok was zoals je bent? Probeer die gedachte eens binnen te laten: Ik ben helemaal ok. Er hoeft niets veranderd of verbeterd te worden aan wie ik ben. Als ik dat écht probeer binnen te laten, dan voel ik een soort rust binnenkomen. Dan valt er simpelweg veel spanning weg. Niet op tijd klaar voor een opdracht? Is de taak te moeilijk? Is iemand teleurgesteld, had hij of zij meer verwacht? Is het dit maar dat je hebt kunnen doen?…. Het antwoord op die bedenkingen zou dan gewoon “Ja” zijn. En na die ja zou dan een gesprek volgen. Dat er volgende keer wat meer tijd voorzien zou moeten worden, of dat jij misschien niet de geschikte persoon was voor dat werk, dat het jammer is dat je niet aan de verwachtingen hebt kunnen voldoen en dat je naar best vermogen gedaan hebt wat je kon. Zo simpel zou het kunnen zijn. Niet?

En dus ben ik op zoek naar een maatje. Naar het maatje in mezelf. Want andere maatjes mogen zeggen wat ze willen, ik geloof ze niet als de uitdager in mezelf de wacht houdt. Positieve woorden, complimenten of bevestiging, alles gaat door de harde molen van de wachter, en komt er vergruizeld uit. Ik zie de brokken en word oneindig triest. Triest van het ogenschijnlijk nooit eindigende verhaal van zelfafbraak, van het altijd weer terugkerende patroon van nooit goed genoeg en pas kunnen rusten als het perfect is, waardoor je altijd in een onvoltooid heden leeft. Nee, nu nog niet, mijn schild kan ik nog niet afleggen.

En zo eindig ik mijn verhaal waar ik begonnen ben, en waar ik zo vaak eindig: zoekend. Zoekend naar inzicht, naar verbanden en naar logica, maar vooral zoekend naar rust en aanvaarding. Naar het maatje in mezelf. Naar de liefde in en voor mezelf.

De mooiste bonus van dit alles is dat – als elk van ons zichzelf goed genoeg zou vinden – het resultaat ons allen zou overstijgen. Want als je stopt met vechten in jou, stop je ook met vechten buiten jou. Dus vertel mij, met wie ben jij als je alleen bent? Met je uitdager? Of met je maatje?

x

1 thought on “Maatje

  1. lieve Sofie,

    Bedankt om mij ook weer te herinneren aan dit maatje. Ik neem het weer dichterbij mij mee.

    Warme knuf

    Katrijn

    Katrijn Van Loock,

    Psychologe, cliëntgericht therapeut, kunstzinnig coach en focustrainer, focuscoördinator

Leave a comment